De Coronajaren XVI: De fuik

Meerkoet 1: ‘Zo, het was me het weekendje wel.’Meerkoet 2: ‘Heb je de eenden weer lopen opjagen? Laat ze toch eens met rust. Vrijheid blijheid.’1 [verontwaardigd]: ‘Ik heb niks gedaan.’2 [sceptisch]: ‘Jaja, dat ken ik.’1: ‘Echt. Al zou ik hebben gewild. Een spektakel hier, man.’2 [argwanend]: ‘Wat dan? De groene halsbandparkieten zeker weer?’1: ‘Niet in … Continue reading De Coronajaren XVI: De fuik